Praatpaal

Jaren geleden reed ik een oudtante van haar woning in Zutphen naar haar zuster in Hilversum. 

Dat was een behoorlijke autorit. Mijn oudtante was vergeetachtig, maar in opperbeste stemming. Monter merkte ze steeds weer iets vrolijks op over de dingen die zag als ze naar buiten keek. Geen tankstation en geen ANWB-praatpaal ging onbesproken voorbij.

Bij iedere paal was haar verwondering weer even groot, ook als ik twee kilometer daarvoor precies had uitgelegd waar die dingen goed voor waren. Na een paar keer werd ik melig.

“Oh, wat een leuke gele paal is dat toch.”
“Ja, en bijzonder dat ze nu geel zijn. Een maand geleden waren ze nog rood.”
“Oh…”

“Goh, wat een leuke gele paal staat daar.”
“Mooi he. En hij weet alles van auto’s. Als je zegt dat je pech hebt, vertelt hij wat je moet doen.”
“Oh…”

“Hee kijk, dat is een leuke gele paal!”
“Ja, die is voor als je pech hebt met de auto. Maar je kunt er ook de groeten doen.”
“Oh…”

Zo verzon ik elke twee kilometer een nieuw weetje. Zij liet zich alles wijsmaken.

Tante is er niet meer, en de palen zijn zeldzaam geworden. Maar haar opgewekte verwondering had iets dierbaars. Die koester ik nog steeds.

Bewaren

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *