De kleurenblinde winkel?

Shoppen zal niet snel mijn hobby worden. Ik word een beetje flauw van onpersoonlijke spijkerbroekenwinkels met luide muziek. De Rode Winkel is anders. Waarom eigenlijk?

Hier valt de persoonlijke aanpak van medewerkers op. Ze tonen belangstelling (‘Hee, hoe gaat het met jóu’), doen niet moeilijk (‘Foto’s maken in de winkel? Natuurlijk! Leuk!’) hebben een leuke onderlinge sfeer en verliezen daarbij de klant niet uit het oog (‘We vergeten soms die receptenboeken mee te geven, terwijl we klanten er echt een plezier mee willen doen. Dus maken we er een onderling geintje van’).

Ze zijn trots op hun assortiment (‘De grootste collectie Levi’s ter wereld’) en nog trotser op hun klantcontact. (‘Een van mijn klanten vraagt altijd naar zijn bekende model jeans én iets geks. Zoek maar iets verrassends uit, en dan pas ik die ook.’)

Bijna alles past hier. De sfeer bij het publiek dat zich jong wil voelen. De beleving bij de moderne tijd. Allicht hebben ze een spijkerbroek in de enorme voorraad, die bij de klant past (‘en anders korten we hem toch een stukje in?’) en bij zijn budget.

Wat niet past, is de bedrijfsnaam. `De Rode Winkel´, staat op oranje uithangbordjes, binnen overheerst jeansblauw. Veel rood is er niet te vinden. Ik ben natuurlijk niet de eerste die dit ziet; het personeel heeft hierover vast tijdens een lunchpauze een gevat antwoord bedacht. ´Alle andere kleuren zitten in de zaak, het rood in onze naam´, bijvoorbeeld. Of ‘Wilt u rode jeans? Dan gaan we even bellen’.

Het eigenlijke antwoord is niet eens van belang. Het feit dat ik vermoed dat een flauwe opmerking over de bedrijfsnaam het winkelpersoneel niet van de wijs zal brengen, dat is hun grootste verdienste.

Voor dit blogje en voor de foto’s heeft De Rode Winkel geen opdracht gegeven, en de zaak zal er ook geen factuur voor ontvangen. Het is – zoals dat zo mooi heet – ontstaan door de gunfactor.
Update: Ik heb De Rode Winkel even op dit stukje gewezen. In een reactie vertelt Daan Broekman hoe het bedrijf aan deze naam kwam, en die verklaring wil ik je niet onthouden:

“In de jaren ’30, tijdens de crisis na de Eerste Wereldoorlog werd de winkel opnieuw geverfd. Toentertijd waren de gebouwen grauw van de kolenuitstoot. Het pand werd van origine blauw of zwart geverfd. De grondverf voor deze kleur was meni rood (op het oog oranje). Tijdens het schilderen van het pand viel de schilder van de trap en kon zijn werk niet afmaken.
Vrijwel alle gebouwen in de straat waren donker geverfd, behalve De Rode Winkel. Als mensen in de straat op zoek waren naar Broekman, dan was het antwoord van de Utrechters ‘Dat is die rode winkel’. Later hebben wij de naam veranderd in De Rode Winkel.
De kleuren ‘oranje’ die je nu ziet in De Rode Winkel is de originele meni rode kleur.
Later vertelde mijn opa dat de schilder niet van de trap was gevallen maar dat wij de rekening niet konden betalen omdat het crisis was.”

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

3 reacties

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *