Generatiekloof

Ik vertelde mijn moeder dat ik ben uitgenodigd op een bruiloft te fotograferen. O jongen, ze vond het maar eng. Zou ik dat nou wel doen, zoveel verantwoordelijkheid. “Het moet wel echt in een keer goed dan he?”
Ze leek te denken: dat kan hij helemaal niet. Ik ken die gedachten. Het is dit soort gedachten dat me jarenlang weerhield van ‘ja’ zeggen tegen dingen die ik graag wilde. Ze deelde die gedachten met mijn vader. Zij waren er samen de eerste jaren steevast verrast over dat ik na een avond pianospelen bij een restaurant ook volgende week weer mocht terugkomen. Ze rekenden er blijkbaar elke avond op dat ik zou worden ontslagen.

Bij het pianospelen is dat heel misschien nog enigszins te begrijpen. Thuis oefende ik, en in het restaurant trad ik op. Dus daar speelde ik andere dingen. Saaie dingen, die toch al goed gingen. Thuis verbreedde ik mijn repertoire. En dat geploeter naar verbreding hoorden zij. Maar bij de fotografie klopt de reactie echt niet. Want de ploeterfoto’s krijgt mijn moeder niet te zien. Wel de geslaagde resultaten van veel oefenen. De mooiste foto die ze van haar overleden echtgenoot heeft, mijn vader dus, heb ik gemaakt. De mooiste foto die ze van haar overleden vader heeft, mijn opa dus, heb ik ook gemaakt. Ze zou dus wel beter moeten weten.

En dus had ik het recht, vond ik, om haar terecht te wijzen. Dat ze wel wat meer vertrouwen mag hebben in wat haar jongen kan. Niet dat ik een professioneel fotograaf ben, dat ben ik niet en pretendeer ik ook niet te zijn. Maar ik heb de vaardigheden, de achtergrondkennis, de apparatuur en de visie op fotografie om prima foto’s te kunnen opleveren.

Ergens in het gesprek stelde ze ook nog de vraag of die bruid en bruidegom misschien armlastig waren.
En om die reden krijgt zij geen afdruk van de foto die ik vandaag van haar kleindochter maakte (boven). Ze mag hem kopen, tegen professioneel tarief. Zo. Zal dat haar leren?

Een reactie

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *